Menu Sluiten

Ghiggia, de geest van Brazilië

Alcides Ghiggia in 2013 thuis in bed. © Rob Velthuis

“Slechts drie mensen hebben met één beweging Maracanã tot zwijgen gebracht: Frank Sinatra, paus Johannes Paulus II en ik”.
Alcides Ghiggia

Op 16 juli 1950 bezorgt Alcides Edgardo Ghiggia met de fameuze laatste treffer van het WK gastland Brazilië een eeuwig trauma. Exact 65 jaar later overlijdt de Uruguayaan als laatste speler van de Noodlottige Voetbalfinale.

Rob Velthuis

Brazilië wacht in 2014, ondanks inmiddels vijf wereldtitels, op revanche. In 1950 werd in het economisch moeizaam draaiende land ‘s werelds grootste voetbaltempel Maracanã gebouwd, met als enige doel wereldkampioen te worden. Met een elftal dat zo oppermachtig was dat de hoogmoed geen grenzen kende. Tot in de slotwedstrijd Uruguay onverzettelijk bleek.

Met een briljant tweeluik bracht Alcides Gigghia 200.000 toeschouwers, nog altijd een recordaantal bij een voetbalwedstrijd, in de tweede helft tot zwijgen. De snelle, wendbare aanvaller bediende eerst zijn ploeggenoot Schiaffino voor de gelijkmaker. Om vervolgens bij een soortgelijke doorbraak op de rechter flank als een sluipschutter in de korte hoek naast de verdoemde sluitpost Barbosa doel te treffen: 2-1.

Verdrinkend in het Braziliaanse verdriet kon de pas 23-jarige aanvaller na afloop nauwelijks zijn vreugde uiten. Ghiggia had bovendien lang nodig om te beseffen wat hij had aangericht. En hoe groot het respect was dat hem zijn verdere leven in Brazilië wachtte. In 2009 zette hij zelfs zijn voetafdrukken te midden van Brazilië’s groten in de Walk Of Fame van Maracanã.

Ghiggia heeft het vonnis over Brazilië geveld.
Ghiggia heeft het vonnis over Brazilië geveld.

Geëerd

Nee, in een serie over het Nederlands voetbal zal niet snel een eervol portret worden opgenomen van Gerd Müller, Mario Kempes of Andrés Iniesta. Voor Ghiggia geldt een andere wet. In 2013 zei hij me in een interview bij hem thuis: “In Brazilië word ik nog altijd geëerd, ik voel me de geest van dat land.”

Dat de nachtmerrie na 1950 het land in 2014 nogmaals zou bezoeken, is dan nog niet te voorzien. Al zijn er gerede twijfels over de kwaliteit van de door aansteller Neymar aangevoerde selectie. De vijfvoudige wereldkampioen háált uiteindelijk niet eens de finale in Maracanã. Een stap eerder is er de 1-7 vernedering tegen Duitsland in Belo Horizonte.

Maar waar ligt de ware oorzaak van de nederlaag in 1950, en waarom slijt het verdriet niet? Integendeel zelfs. Met elk boek dat erover verschijnt, met elke discussie die erover ontbrandt, groeit het leed, tot het een fabuleuze mythe is geworden. ‘Het Waterloo van de tropen’, aldus schrijver Paulo Perdigo, of ‘ons Hiroshima’, zoals schrijver Nelson Rodrigues het noemt.

Collectief verdriet

Voor de WK bijlage van Trouw ging ik in 2013 op zoek naar antwoorden. Voor de Braziliaanse kant van het verhaal had ik prima afspraken kunnen maken. Sergio Manhães is gecertificeerd gids in Maracanã en weet alles over heden en verleden van de voetbaltempel. Roberto A. DaMatta zat in 1950 aan de radio gekluisterd en plaatst als vooraanstaand Braziliaans antropoloog het collectieve verdriet in sociaal en politiek  perspectief.

Publicist Roberto Muylaert was ooggetuige van het drama. Hij betrok in lijn met het diepgewortelde Braziliaanse bijgeloof de oorzaak van de nederlaag op hemzelf. In een poging het schuldgevoel van zich af te schudden, schreef hij de biografie van de tot zijn dood verguisde doelman Barbosa, Het doelpunt dat Brazilië het zwijgen oplegt.

Dan is er de grote gok waarvoor een retour São Paulo-Montevideo wordt geboekt en een tolk met auto en chauffeur wordt ingehuurd. Op minder dan een uur rijden van de Uruguayaanse hoofdstad woont in Las Piedras de enige nog levende speler van Maracanãzo:  Alcides Ghiggia, de veroorzaker van het leed.

Legendarisch

Ik benader twee Uruguyaanse historici. Eduardo Picerno en Atilio Garrido bemiddelen onafhankelijk van elkaar voor een interview met Ghiggia. Aan een akkoord hangt een voorwaarde: neem 2000 dollar in contanten mee. De geldzucht van Ghiggia is legendarisch, net als zijn uitgavenpatroon en liefde voor vrouwen. Hij vraagt zelfs geld voor reünies met de nationale ploeg en veilt in 2008 uit geldnood zijn trofeeën, waaronder zijn WK-medaille en gouden schoen.

Uiteindelijk besluit ik Picerno in Montevideo te interviewen over de wereldtitel van 1950 waarover hij het lijvige boek met DVD En la Cumbre de las Hazañas publiceerde, Op het Toppunt van Prestaties. Picerno is vereerd, hij zegt nog nooit een Nederlandse journalist rond de velden van Uruguay te hebben ontmoet. De gepensioneerde (sport)psycholoog werkt op de lachspieren van mijn tolk Victoria Bauzá als hij in zijn appartement voetbaltechnieken begint te demonstreren.

Een interessante techniek van Ghiggia als speler in Italië is te vinden in zijn boek, inclusief DVD beelden en bijgaande fotostrip. Paso de Tango, de tangostap, wordt de passeerbeweging genoemd die al veel weg heeft van de Cruyff Turn waarmee Johan Cruijff tijdens het WK van 1974 internationaal opzien baarde.

De Paso de Tango van Ghiggia lijkt de voorloper van de Cruyff Turn.

Retroshirt

Als ik Picerno meld dat ik de volgende dag slechts gewapend met een retroshirt van het Nederlands elftal uit de jaren vijftig onaangekondigd naar Ghiggia wil gaan, schampert hij: “Dat shirt zal hij meteen verkopen.” Na enige aarzeling geeft hij mij Gigghia’s adres, op voorwaarde dat ik de legende niet zal vertellen dat ik het van hem heb.

Ik volg de dag daarop eerst het advies op van een Britse collega, die jaren eerder zonder problemen Ghiggia had aangesproken op de markt van Las Piedras, waar zijn (derde) vrouw Beatriz kinderkleren verkoopt. Maar als ik daar op deze regenachtige zaterdag rondloop is er tussen de kraampjes van doek en golfplaten van het echtpaar geen spoor te bekennen.

Na enig rondvragen horen we dat Ghiggia na zijn autocrash van een jaar eerder moeizaam loopt en niet vaak meer komt. Ja, daarvoor wel. Een lofzang blijft niet uit voor het aanraakbare monument dat altijd alle tijd neemt voor gesprekken. “Ghiggia staat midden tussen de gewone mensen, hij is erg nederig”, zegt Domingo Fabian Cabrera. “Hij is ook als beroemdheid zichzelf gebleven. Hij vind het heerlijk om hier met iedereen te praten.”

Verborgen huisje

Als we aan het eind van een smal steegje aanbellen bij een verborgen huisje, komt de enige reactie van een blaffende hond. Een buurman komt informeren wat we hier doen en meldt dat Ghiggia in bed ligt en dat zijn vrouw in Montevideo is voor inkopen. Hij geeft haar telefoonnummer en even later hebben we voor ’s middags een afspraak.

Het huis, verborgen achter in een steegje, van Alcides Ghiggia en Beatriz in 2013. © Rob Velthuis

De 46-jarige Beatriz opent de deur van de bescheiden woning voor het onverwachte bezoek aan de dan 87-jarige nationale held. De muren van het woonkamertje hangen vol verwijzingen naar zijn voetbalverleden. Het wordt niet duidelijk of het ingelijste shirt van Uruguay met de opdruk 1950 daadwerkelijk het WK shirt is. Een cartoon benadrukt de geprononceerde kromme neus waaraan de voormalige voetballer zijn gekscherende bijnaam dankt: El Ñato, iemand met een kleine, platte neus.

Ghiggia ligt in het bed van een smoezelige, rommelige slaapkamer. Een kat ligt op de deken, een hond op de vloer voor het voeteneind. Op het nachtkastje verband en een doos medicijnen. Ernaast krukken, een rollator en een plasfles. Aan de andere zijde een ingelijste foto van de speler uit zijn glorietijd. Wat een contrast.

Elders in Las Piedras, is zijn late droom, wil Ghiggia met Beatriz een eigen huisje betrekken. Maar op het bouwterrein, dat hij met hulp van een bevriende zakenman kon aankopen, zijn slechts de vloer en wanden opgetrokken. Toen de ramen moesten worden geplaatst ontstonden problemen met de aannemer, die elke vrijdag om geld kwam vragen.

Vrachtwagen

De bouw is stilgelegd, de aannemer weggestuurd. Maar tegenwoordig ligt Ghiggia veel in bed, zeker op koude, regenachtige dagen zoals vandaag. Ruim een jaar geleden is Ghiggia rijdend op een rotonde geramd door een vrachtwagen die geen voorrang gaf. Een maand lang ligt hij in kritieke toestand in het ziekenhuis, en nog altijd is hij niet geheel hersteld. Beatriz: “Hij doet het heel goed, hij is welgemoed. Hij komt nog altijd naar mij toe op de markt. Hij loopt langzaam, maar hij loopt.”

De reuzendoder van het kleine grootse Uruguay -geen 3.5 miljoen inwoners, tweemaal olympisch en tweemaal wereldkampioen- lijkt opgetogen met het bezoek. Over geld geen woord, hij stemt in met het maken van foto’s. Het oranje shirt wil hij signeren, tot hij begrijpt dat het om een geschenk gaat. Lachend wijst hij op de veter bij de boord. “Dat hadden wij destijds precies zo.”

We hebben geluk dat we hem nog thuis aantreffen. “Wat de doktoren betreft was ik er niet meer geweest”, meldt hij over zijn toestand. “Herhaaldelijk zeiden ze dat er weinig hoop voor me was. Ik had een gat in mijn hoofd, het stuur beschadigde beide longen, twee breuken in de elleboog, twee kniefracturen en een gebroken heup. Aan mijn benen en elleboog ben ik geopereerd, nog een operatie aan mijn heup heb ik geweigerd.” Beatriz en zijn schoonmoeder bleven bij het ongeval op de achterbank ongedeerd.

Strijdbaar

Ghiggia is geestelijk fit en strijdbaar. Hij zegt zich gerespecteerd en geëerd te voelen door de bevolking van Uruguay en de Fifa. “Van onze federatie hoor ik nooit iets. Er is na het ongeluk één official op bezoek geweest. Je wordt door hen pas geëerd als je sterft.”

Dat heeft de ervaring hem wel geleerd. Zijn tien mede-wereldkampioenen zijn hem alle vooraf gegaan, tot Ghiggia op 16 juli 2015, met de timing van een groot strateeg exact 65 jaar na de grote triomf, zelf overlijdt. Een hartaanval als hij in het ziekenhuis met zijn zoon naar een voetbalwedstrijd op televisie kijkt wordt hem fataal.

Daarvoor heeft hij gezien hoe zijn ploeggenoten na de legendevorming wegglijden in de anonimiteit, om daar na het uitblazen van de laatste adem even glorieus uit te herrijzen. Ghiggia vergezelt ze allen achter hun kisten, de laatste vier naar het eregraven in Pantéon de los Olímpicos van de Buceo-begraafplaats in Montevideo.

Frustratie

De laatste eretocht maakt hij bijna negen jaar eerder, in 2006 met het afscheid van Omar Óscar Míquez, de spits die vlak voor het WK aan de selectie is toegevoegd. De topscorer bij Peñarol en ploeggenoot van Ghiggia scoort tegen Bolivia een hattrick en treft tweemaal doel tegen Zweden. Zijn grote frustratie wordt curieus genoeg de gewonnen ‘finale’ tegen Brazilië waarin hij op het beslissende moment, in de 79ste minuut, vrij voor het doel om de bal (‘Alcides, pásamela, pásamela’) schreeuwt.

Nadat Ghiggia van schuin rechts op het doel afstormend de korte hoek heeft gevonden, deelt Míguez als enige niet in de omhelzingen. ’Hoorde je me niet, ik riep om de bal’, klinkt het verwijtend. Volgens de overlevering zou Ghiggia hebben geantwoord: ‘Rustig Oscar, daar ligt de bal toch goed’.

De laatste held krijgt in 2015 de staatsbegrafenis die contrasteert met de wijze waarop hij de laatste decennia van zijn leven doorbracht. Hij wordt opgebaard in Salón de los Pasos Perdidos, de zaal van de verloren voetstappen, in het parlementsgebouw. Waarna een lange stoet wagens door Montevideo rijdt naar de Buceo-begraafplaats met uitzicht over de oceaan.

Alcides Ghiggia’s uitvaart in Montevideo.

Miskend

Ghiggia heeft zich door officials altijd miskend gevoeld, en daarbij gaat het weldegelijk ook om geld. Tijdens het interview in september 2013 in Las Piedras ergert hij zich eraan dat de herdenking van zijn historische doelpunt later die week weer eens op de lange baan is geschoven. Maar de onmin met officials is er al tijdens zijn actieve carriére.

De spelers van 1950 voelen zich sowieso al verraden nog vóór de sensationele ontknoping in Maracanã. Werkelijk niemand geeft een peso voor hun kansen. De avond voor de wedstrijd vertrekt een groot deel van de delegatie al huiswaarts, beducht voor een ongenadige afstraffing.

Terwijl La Celeste -Het Hemelsblauw- in mei toch een duidelijke waarschuwing aan het thuisland afgeeft. Dat gebeurt in Brazilië tijdens een drieluik onderlinge vriendschappelijke interlands. Weliswaar worden nummer twee en drie verloren, tijdens het eerste treffen, waarin Ghiggia als international debuteert, wordt met 4-3 gewonnen. “Ofschoon we daarna met 3-2 en 1-0 verloren, ontliepen we elkaar niet veel. We waren niet bang voor ze”, aldus Ghiggia.

Italië

Zijn carriére als international voor Uruguay is beperkt tot twaalf wedstrijden. Ghiggia wordt in 1952 voor vijftien maanden geschorst wegens het slaan van scheidsrechter Juan Carlos Armental tijdens de beladen derby Peñarol-Nacional. Een daad die Ghiggia altijd heeft ontkend. Als zoon van een Italiaanse vader besluit hij als een van de eerste voetbalemigranten naar Italië te vertrekken. Daar speelt hij in negen jaar 201 wedstrijden voor AS Roma en wordt hij vervolgens, ondanks slechts vier wedstrijden, met AC Milan landskampioen.

Gigghia is in 1950 de eerste speler die in het eindtoernooi om de wereldtitel in alle wedstrijden van zijn land scoort. Vier duels omdat poule-tegenstander Frankrijk zich vlak voor het WK terugtrekt. Voor Italië treft hij als international éénmaal doel. In de vijf wedstrijden in de WK kwalificatie slaagt hij er niet in de Azzurri naar het eindtoernooi van 1958 te loodsen. Het is tot 2018 en 2022 de enige keer dat Italië op het eindtoernooi ontbreekt.

Ghiggia stijlvol in actie voor AS Roma. ©Archief AS Roma

Oude schoenen

Met de transfer naar AS Roma is een bedrag van 40 miljoen lire gemoeid. Ghiggia wordt als superster aan het romeinse publiek gepresenteerd in het Olympisch Stadion ,tijdens een wedstrijd tegen Charlton Athletic die 15 miljoen lire opbrengt.

Het verschil tussen spelen in Uruguay en Italië is enorm. Ghiggia komt in Rome aan met de oude schoenen  waarop hij wereldkampioen werd. Die beschouwt hij dan als een enorme luxe. “In Uruguay speelden we op schoenen die op de boerderij werden gebruikt. Tijdens het WK droeg ik mijn eerste echte voetbalschoenen. En ook voor het eerst een shirt met rugnummer, zeven. We moesten altijd alles zelf regelen.”

In 2013 krijgt Ghiggia een plaats in de Hall Of Fame van AS Roma. Op de website van AS Roma verklaart de decennia lang bij de club in dienst zijnde materiaalman Peppe bij die gelegenheid dat Ghiggia een fixatie had voor zijn schoenen met schroefnoppen. Die moesten altijd gepolijst en glimmend zijn.

“In Italië lag alles altijd voor ons klaar, de tassen werden voor ons gedragen. Alles was er professioneler, tot trainingskampen buiten de stad. En het spel was anders, de verdedigers speelden veel dichter op je.

In Italië ontpopt de 1.69 meter kleine, snelle en wendbare aanvaller zich niet alleen als een ster op het veld. In bontjas gestoken en met altijd een mooie vrouw aan zijn zijde in zijn Alfa Romeo is hij een dankbaar onderwerp van de paparazzi. Hij geniet met volle teugen van zijn status en verdient veel geld. Daarvan rest echter weinig als hij in 1962 terugkeert naar Uruguay.

Verbijstering

Tot zijn 42ste speelt hij daar voor Dunabio. Als hij zich vervolgens wil richten op het trainerschap, wordt hem dat tot zijn verbijstering geweigerd. Hij heeft te lang doorgespeeld en is te oud voor de opleiding. Als hulpcoach mag hij voor oude club Peñarol werken. Na zeven wedstrijden wordt verloren van aartsrivaal Nacional, moet de hoofdcoach het veld ruimen voor een Chileen en wordt ook Ghiggia gedumpt.

“Het was weer een probleem met de autoriteiten, zoals altijd. Er kwam iemand anders zonder dat mij iets werd verteld. Ik heb een goede naam, zo behandel je mij niet, ik was gekwetst. Ik wilde vanaf die tijd niets meer met voetbal te maken hebben.” Als oud-international krijgt Ghiggia wel een overheidsbaan aangeboden: tot 1992 controleert hij in Montevideo Casino of gokkers de boel niet belazeren.

Als held van het volk bedelt hij tevergeefs om een extra pensioen. Daarop keert hij na het overlijden van zijn vrouw Montevideo de rug toe en zoekt de rust van Las Piedras. Om rond te komen accepteert hij op zijn 66ste een baantje als rijinstructeur. Als een van zijn eerste leerlingen stapt de 23-jarige Beatriz bij hem in de auto. Als supporter van Nacional heeft ze nog nooit gehoord van de voormalige sterspeler van aartsrivaal Peñarol . . .

Nieuw leven

Met een romance begint een nieuw leven voor beiden. “Beatriz is hier in Las Piedras geboren”, vertelt Ghiggia. “Dankzij de Fifa en Roma kon ik haar de wereld laten zien. Daar weten ze wat respect is. In 1974 begon de Fifa me als eregast uit te nodigen bij WK’s.” Tijdens de WK-loting in december 2013 in Brazilië is Ghiggia de man die het balletje onhandig uit zijn handen laat vallen.

Ook dankzij Roma kan hij naar Europa reizen. Hij zegt alles te danken aan zijn befaamde doelpunt. Dat is (buiten Brazilië en Uruguay) bij het grote publiek misschien in de vergetelheid geraakt, het is wel één van de belangrijkste treffers in de WK-geschiedenis.

Ondanks berichten dat hij een verbitterd man is, stelt Ghiggia vast: “Ik heb veel geluk en een goed leven gehad. In Brazilië word ik nog altijd geëerd, ik voel me de geest van dat land. Als ik er kom, herkennen zelfs jonge mensen mij. En met de spelers die we hebben verslagen, heb ik altijd een goed contact gehouden.”

De van een auto ongeluk herstellende Alcides Ghiggia verhaalt thuis in bed over zijn leven. © Rob Velthuis

Een bekende anekdote stamt uit 2000, als Gigghia voor een van zijn vele bezoeken aan Brazilië in Rio de Janeiro bij de douane staat. “Toen ik mijn paspoort toonde, bleef het jonge meisje achter het loket er maar naar kijken en naar mij. Ik vroeg haar: is er iets mis? Ze zei ‘Bent u dé Gigghia?’ Ik antwoordde ja, maar dat was heel lang geleden. En ze legde haar hand op haar hart en zei: ‘Nee, nee, hier voelen we het nog elke dag in ons hart’.

Makkelijker

Terug naar 1950: “Veel Brazilianen zeiden destijds dat we hebben gewonnen omdat we gewoon beter waren. Ons probleem was dat we moeite hadden met Europese landen. Er was nog geen tv, we wisten niet hoe ze speelden. Tegen Brazilië was het een stuk makkelijker.”

“Niemand in Uruguay geloofde destijds in ons, alleen wijzelf. Brazilië was voor de wedstrijd al kampioen, ze moesten alleen de uitslag nog invullen. Hier zeggen ze: ‘Vertrouwen doodt mensen. Heb je te veel vertrouwen, dan is het met je gedaan’.”

“Mijn doelpunt maakte onbeschrijflijke emoties los. Ik was jong, 23 pas. Ik realiseerde me amper wat er gebeurde. Pas later kon ik op waarde schatten wat ik had gedaan. De wedstrijd eindigde in complete stilte. Wij waren uitzinnig blij, totdat we om ons heen al die mensen zagen huilen. We konden niets meer vieren omdat de Brazilianen zo leden. We hadden met ze te doen.”

De vrees dat ze door de teleurgestelde mensenmenigte zouden worden gelyncht, blijkt ongegrond. De woede richt zich vooral op de eigen (zwarte) verdedigers en doelman Barbosa, die volgens Ghiggia niets te verwijten viel. “Toen we een dag later in de stad winkelden, werden we gefeliciteerd door de Brazilianen. Ze hadden respect voor ons, en de mensen zijn me altijd blijven eren.”

Ghiggia bij AS Roma, met op minuut 1.21 de Paso de Tango, die veel lijkt op de Cruyff turn uit 1974.
Geplaatst in Braziliaans voetbal

Gerelateerde berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.