Menu Sluiten

John Prine (1946-2020)

Empathisch vertolker van menselijk leed

Met humor, ironie en empathie legde John Prine menselijke tragiek bloot. Het grote publiek bleef buiten zijn bereik, Prine was een artiest voor fijnproevers en collega’s.

Rob Velthuis

John Prine was tiener toen hij al schreef als een wereldwijs man. Hij registreerde wat hij in zijn directe omgeving zag en hoorde, om er met humor, ironie en empathie herkenbare liedteksten over te schijven. In de begintijd kwamen die korte levensschetsen op in zijn hoofd terwijl hij zijn route als postbezorger afwerkte.

Prine was van dezelfde generatie als Bruce Springsteen. Beiden werden naar voren geschoven als opvolgers van Bob Dylan. Waar Springsteen de mondiale superster werd, schaarde de bescheiden Prine zich in de rijen van relatief onbekenden.

Toch wordt hij als chroniqueur van het alledaagse leven gerekend tot de invloedrijkste singer-songwriters. Met vaak gevoelige en treurige liedjes over ongelukkigen aan de randen van de samenleving was hij een pleitbezorger voor tolerantie en integratie. Prine kon ook keihard uit de hoek komen. Zoals in Some Humans Ain’t Human met een directe aanval op het oorlogbeleid van George Bush (‘Some cowboy from Texas‘). Van de aanval had hij geen spijt, wel over het feit dat een man als Bush in het lied opdook. “Man, daar was het veel te mooi voor. Het ruïneerde het lied voor me.”

Hij was geliefd bij zijn collega’s (zie de vele geschokte reacties en eerbetonen na zijn overlijden) en niet alleen een ijkpunt voor generatiegenoten, maar ook voor nieuwe talenten in het brede gebied van de americana. Zoals Jason Isbell, die in een opiniestuk in de New York Times stelde: Als het de taak van de kunstenaar is om de samenleving een spiegel voor te houden, dan had John de schoonste en helderste spiegel van iedereen.

Ook in Nederland had hij aanhangers onder jonge artiesten, zoals Gijsbert Kamer in zijn necrologie in de Volkskrant opmerkte: tijdens Prine’s uitverkochte concert van 2018 in Paradiso waren bewonderaars als Tim Knol (“het mooiste concert dat ik ooit zag”) en Lucky Fonz III onder de uitgelaten aanwezigen.

Meesterwerken

Weinigen presteerden het om bijna vijf decennia uiteen twee meesterwerken af te leveren: het naamloze debuut John Prine (een greatest hits plaat op zich) uit 1971 en Tree of Forgiveness uit 2018. Op dat laatste album werd eens temeer duidelijk hoezeer het werk van de ontwapenende Prine ook is gelardeerd met zelfspot. Voelde de man bij wie ooit tumoren uit nek en longen waren verwijderd het einde naderen?

Je zou het bijna zeggen bij het horen van het afsluitende lied When I Get to Heaven. Daarin verwijst de naam Tree of Forgiveness naar de nachtclub die hij van plan is in het hiernamaals te openen. Maar niet na God hartelijk de hand te hebben geschud om hem te bedanken ‘voor meer zegeningen dan één man kan dragen’.

Zegeningen

Inderdaad, tel je zegeningen als man geplaagd door hartklachten. Hij was bovendien getekend na zijn eerste operatie aan de nek (dat scheef zittende hoofd en die zwaardere, gruizige stem) waarna hij vreesde nooit meer te kunnen zingen. Pas na twee echtscheidingen vond hij geluk (en kinderen) in een derde huwelijk, met de Ierse Fiona Whelen.

Zijn laatste tournees -ook concerten in Nederland- werden afgezegd vanwege gezondheidsproblemen. Hij moest in februari nog een heupoperatie ondergaan. Gelegen in een ziekenhuis in zijn woonplaats Nashville kreeg Prine vervolgens het laatste duwtje van Covid-19.


Cartoon van Rick Maynard gepubliceerd op de Facebook pagina van John Prine tijdens zijn ziekenhuisopname. Geheel in Prine-stijl, vol humor en tragiek.

Dat is bittere ironie. Uitgerekend Prine legde met zijn klassieker Hello in There, geschreven eind jaren zestig, de vinger op een pijnlijke plek die nu pas ten volle lijkt te worden herkend: geïsoleerde, eenzame ouderen. Voor Prine was dié epidemie in zijn jeugdjaren al ten volle zichtbaar.

Ya’ know that old trees just grow stronger
And old rivers grow wilder ev’ry day
Old people just grow lonesome
Waiting for someone to say, “Hello in there, hello”

Al op zijn twaalfde werd tijdens het lopen van een krantenwijk de kiem voor dit treurige lied gelegd. Een aantal jaren later werd het in zijn hoofd uitgeschreven tijdens zijn route als postbode.

In een bejaardentehuis voor baptisten leverde hij de kranten kamer na kamer persoonlijk af. “Na een tijdje merkte ik dat sommigen je introduceerden bij hun buren alsof je een kleinkind of neef van hen was”, zegt hij in een interview in Rolling Stone over de achtergronden van zijn klassieke liedjes. “Ze kregen weinig bezoek. Daarom deden ze net alsof je kwam om hen te zien, niet alleen om de krant te brengen. Dat bleef altijd in mijn hoofd zitten.”
Zijn advies in het slotcouplet:

So if you’re walking down the street sometime
And spot some hollow ancient eyes
Please don’t just pass ’em by and stare
As if you didn’t care, say, “Hello in there, hello”

Sam Stone

Met dezelfde wijsheid schreef hij in die tijd Sam Stone, dat een van de treurigste regels bevat uit de folkmuziek: There’s a hole in daddy’s arm, where all the money goes.

Lang voordat het in de VS een erkend probleem was, richtte Prine de aandacht op de genegeerde slachtoffers van de Vietnamoorlog: soldaten die ernstig getraumatiseerd en verslaafd terugkeerden en aan hun lot werden overgelaten. Broken Radio’s waren zij in het beeldende idioom van Prine.

Diensttijd

Zelf bracht hij zijn diensttijd door als monteur in West Duitsland. Hij zag hoe anderen van zijn lichting kozen voor Vietnam vanwege de drie maanden korting op de diensttijd. “Zij kwamen inderdaad eerder thuis – in een kist.”

Of onherkenbaar veranderd, waarna ze ook nog eens werden beschimpt en bespuwd. “Zij die protesteerden hadden dat in Washington D.C. moeten doen tegen de verantwoordelijke mensen – niet tegen deze soldaten. Veel van die lui waren verslaafd en konden er niet afkomen. Ik probeerde iets te bedenken om die hopeloosheid uit te drukken. Ik kwam op Jesus Christ died for nothin I suppose. Dat is behoorlijk hopeloos.”

John Prine werd op 10 oktober 1946 geboren in Maywood, een buitenwijk van Chicago. Hij groeide op in een gezin dat de countrymuziek omarmde en leerde van zijn grootvader en broer gitaarspelen. Al op zijn veertiende schreef hij twee liedjes die in 1972 op zijn tweede album zouden verschijnen.

Weemoedig

Maar eerst was er dat volwaardige, klassieke debuut met daarop Paradise, een even weemoedig als bitter lied. Het verwijst naar de oorsprong van zijn familie, het door kolenmijnen verwoeste Muhlenberg County waaruit zijn vader en moeder in de jaren dertig waren gevlucht. Als jongen bezocht Prine Paradise via de oude herinneringen van zijn vader en vooral grootvader, een voormalige mijnwerker.

Then the coal company came with the world’s largest shovel
And they tortured the timber and stripped all the land
Well, they dug for their coal till the land was forsaken
Then they wrote it all down as the progress of man

Zie hier waarom hij werd opgehemeld, vaak al na de eerste regels die hij zong. Of bij het lezen van titels als Illegal Smile; In Spite of Ourselves; Jesus, The Missing Years; People Puttin’ People Down; (You’ve broken the) Speed of the Sound of Loneliness.

Onwaarschijnlijk

In 1970 liet de al grote Kris Kristofferson de nog onbekende Prine in een café na sluitingstijd een paar proefnummers spelen. “Het moet zoiets zijn geweest als Dylan tegenkomen toen hij voor het eerst de Village-scene betrad. . . Het was anders dan alles wat ik ooit had gehoord. Onwaarschijnlijk dat iemand zo jong zo diepgaand kon schrijven.”

Bob Dylan, die met name Lake Marie prees, schaarde hem in 2009 onder zijn zes favoriete songwriters. “Prine’s werk is puur Proustiaans existentialisme. Mindtrips in het Midwesten tot in de nde macht.”

Oh Boy

In 1984 keerde Prine zich af van de platenmaatschappijen en begon met Oh Boy Records zijn eigen familiebedrijfje. Hij bewees daarmee dat artiesten zoals hij niet afhankelijk waren van uitbuiters, zoals hij ze beschouwde. Toen Sony in 1989 een overnamebod deed, wees hij dat van de hand.

Pas in zijn laatste jaren groeide de schare trouwe fans hard en plukte Prine de commerciële vruchten van zijn werk. Een hit scoorde hij nooit, het waren anderen die zijn liedjes groot maakten. Zoals Bette Midler met Hello in There en Bonnie Raitt met dat andere meesterwerk, Angel From Montgomery, over een troosteloos huwelijk, geschreven vanuit het perspectief van een vrouw.

I am an old woman named after my mother
My old man is another child that’s grown old
If dreams were lightning, thunder were desire
This old house would have burnt down a long time ago

Make me an angel that flies from Montgomery
Make me a poster of an old rodeo
Just give me one thing that I can hold on to
To believe in this living is just a hard way to go

Prine, goed voor twee Grammy’s voor beste hedendaags folk album (Fair & Square, 2005 en The Missing Years, 1991), zou dit jaar een Grammy ontvangen voor zijn hele oeuvre.

Gefascineerd

Maar Prine is geen artiest die met prijzen hoeft te pronken om geliefd te zijn. Een jaar of twintig geleden hoorde ik hem voor het eerst. Na een lange avondrit begon bij thuiskomst Sam Stone op de autoradio en bleef ik tot de laatste klank gefascineerd luisteren.

Ik bemachtigde de opname uit 1970 van de befaamde radiopresentator Studs Terkel, die hem nog voor het uitkomen van zijn eerste album interviewde. Daarna volgden CD’s en talloze concertopnames, waarvoor Prine Shrine een schat aan informatie biedt.

Ik genoot in 2018 vanaf een van de balkons in een overvol Paradiso. In 2005 in het Patronaat deed ik dat zelfs op enkele rijen van het podium. Dat was ruim voldoende, hoeveel dichterbij moet je bij Prine nog komen?

Bij Prine bestaat afstand immers niet. In zijn fantasie liet hij, in de jaren zeventig het taboe op masturbatie doorbrekend, de kansloze jongeren Donald and Lydia de liefde met elkaar bedrijven. Op tien mijl afstand van elkaar, zij in haar slaapkamer, hij in zijn legerbarak. “Niemand behalve Prine kon zo schrijven”, aldus Bob Dylan.

They made love in the mountains, they made love in the streams,
They made love in the valleys, they made love in their dreams.
But when they were finished there was nothing to say,
’cause mostly they made love from ten miles away.

John Prine werd op 10 oktober 1946 geboren in Maywood, IL en overleed op 7 april 2020 aan Covid-19 in het Vanderbilt Medical Center in Nashville, TN.

Geplaatst in Biografieën

Gerelateerde berichten

1 reactie

  1. Jose

    Mooie ode aan Prine. Ik moet eerlijk en schaamtevol erkennen dat ik nog niet van hem had gehoord. Maar ben geïnspireerd hem nu, helaas na zijn overlijden, te beluisteren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.